Veel gemeenten en uitvoeringsorganisaties wijzen een maatwerkprofessional aan om complexe casuïstiek aan te pakken. En steeds meer gemeenten sluiten zich aan bij PMM. Dat is goed nieuws, want zo kunnen ze samen werken aan het doorbreken van multiprobleemsituaties. In deze rubriek delen maatwerkprofessionals uit het hele land hun ervaringen aan de hand van 10 vragen. Dit keer zijn dat Sandra Tielemans en Tjeerd de Vries, beide adviseur bij het Interventieteam van de gemeente Almere.    

1. Wat houdt jullie functie precies in en hoe geef je deze rol vorm?

Tjeerd: “Mijn achtergrond ligt in de jeugdzorg, bij huiselijk geweld, crisiswerk en in de GGZ. Als adviseur van het Interventieteam Almere denk ik mee in situaties waarbij inwoners tussen wal en schip vallen. Als fatsoenlijke overheid voelen we ons daar verantwoordelijk voor. Ons team heeft dan het mandaat om creatieve oplossingen te zoeken en zo nodig regels te doorbreken. Hulpvragen komen op allerlei manieren bij ons terecht: via een wijkteam, andere afdelingen van de gemeente of partners zoals het Leger des Heils. Wij kijken steeds of wij vraagstukken zelf kunnen oppakken, of dat we ze beter ergens anders kunnen neerleggen.”  

Sandra: “Ik ben van huis uit ergotherapeut, werkte een tijd in het buitenland en daarna in de wijkteams en beschermd wonen. Sinds ruim twee jaar zit ik in het Interventieteam, daarnaast ben ik één dag in de week behandelend ergotherapeut. Ondanks ons ruime mandaat proberen we zoveel mogelijk terug te grijpen op wat er al wél geregeld is. Want vaak weten mensen dat niet. Dus daar begint het voor ons: eerst terug naar de basis, en van daaruit weer vooruit.”  

2. Welke rol speelt maatwerk in jullie organisatie, en zien jullie daarin ontwikkelingen?

Tjeerd: “Het is lastig te zeggen in hoeveel gevallen we écht maatwerk moeten leveren. Misschien de helft? Ingewikkelde vraagstukken probeer ik altijd plat te slaan door mijzelf drie vragen te stellen: is een oplossing nuttig, is hij nodig en is hij billijk? Bij drie keer een ‘ja’ is de keuze duidelijk, tenzij er goede alternatieven zijn. Dit helpt mij enorm, want hierdoor kan ik mijn afweging uitleggen. Ook wanneer iets écht niet kan, want dan moet ik ‘nee’ durven zeggen. Maar in beide gevallen kan ik het uitleggen. Die helderheid helpt burgers verder.”  

Sandra: “Het is absoluut onze intentie om breed en ruimhartig naar situaties te kijken. Maar in de uitvoering blijft dat ingewikkeld: maatwerk vraagt om moeilijke afwegingen. Neem bijvoorbeeld huisvestingsvragen: er zijn simpelweg te weinig woningen in Nederland. Dat maakt het bijna onmogelijk om op een rechtvaardige manier de één wel aan een huis te helpen en de ander niet.”  

Tjeerd: “Daarom is het zo belangrijk om het simpel te houden. Vooral wanneer het om relatief kleine bedragen gaat. Ik moet denken aan een jongere die extra zorg nodig had. Dat kostte € 250 per week, een fractie van wat reguliere jeugdzorg kost. Die kosten vond ik nuttig, nodig en billijk. Die manier van kijken proberen we ook onze collega’s binnen de gemeente bij te brengen. Zodat ze niet alleen naar hapklare regels kijken, maar naar de bedoeling van de wet.”

3. Hebben jullie het gevoel dat je als maatwerkprofessional een verschil kunt maken?

Tjeerd: “Zeker, en soms is de minder voor de hand liggende oplossing juist de beste. Laatst had ik te maken met een psychisch kwetsbare man uit Sint Maarten. Hij was in Almere beland, op straat terechtgekomen en veroorzaakte overlast. En in de opvang werden al zijn spullen gestolen. Toen we de opties bekeken, kwamen we tot de conclusie dat hij beter terug kon naar Sint Maarten. Daar had hij een netwerk dat hem kon ondersteunen, hier niet. Daarom kochten we een vliegticket voor hem. De € 1.200 die dat kostte is vergelijkbaar met twee maanden daklozenuitkering. Zelf kon hij dat bedrag nooit bij elkaar sparen, maar doordat hij terug kon vliegen, was hij beter af dan hier in de opvang. Hierover lees je niets in beleid, maar wij vonden dit nuttig, nodig en billijk.”  

Sandra: “Ook snel schakelen levert vaak goede oplossingen op. Zo zochten we onlangs een noodwoning voor een moeder met kinderen. Ze kon elders in het land een huis krijgen, maar had geen verhuisbudget. Verder deed de vrouw alles goed: ze had een baan, werkte goed mee met haar begeleiding, maar had simpelweg geen spaargeld. Ze had een beroep kunnen doen op bijzondere bijstand, maar die route kostte in dit geval te veel tijd want ze moest snel beslissen. Daarom besloten we binnen een dag om haar een huur- en verhuisvergoeding mee te geven.”

4. Waar lopen jullie tegenaan bij het bieden van maatwerk?

Tjeerd: “Vooral dat de overheid een sterke drang heeft naar controle, standaardisering en angst voor gewoonterecht. Dat zorgt voor kramp. Soms moet je gewoon van de regels durven afwijken, want je ziet dat beleid vaak nieuwe ongelijkheid creëert. Neem de toeslagenaffaire; vreselijk wat daarbij is gebeurd en dit had nooit mogen gebeuren en mogen voortduren. Toch creëren de huidige oplossingen potentieel nieuwe rechtsongelijkheid. Volgens mij moet de overheid leren zeggen: sorry voor onze fouten, die compenseren we zo goed mogelijk, maar daarna gaan we door.  Want niemand is erbij gebaat als dingen eindeloos duren en tegelijkertijd eindeloos ingewikkeld blijven.”  

Sandra: “Dit herken ik volledig. Als ergotherapeut geloof ik sterk in de zelfredzaamheid van mensen, maar dat zijn we als samenleving kwijtgeraakt. Daardoor vindt de overheid het lastig om burgers te confronteren met hun eigen vraag. En worden gesprekken vaak gevoerd langs de lijn van wetten, regels en formulieren, terwijl juist kleine en eerlijke gesprekken nodig zijn. Met vragen als: wat verwacht u eigenlijk van ons? En wat kunt u zelf? Dat geeft veel meer duidelijkheid.”  

5. Wat was jullie motivatie om je aan te sluiten bij het PMM-netwerk?

Sandra: “Het netwerk is een heel mooi verlengstuk van ons eigen werk. Vol gelijkgestemden, die maatwerk snappen. Ook biedt PMM veel inspiratie.”  

Tjeerd: “Het begon eigenlijk met een misverstand. We hadden een collega die dacht dat PMM hét antwoord zou zijn op alle multiproblematiek in Almere. Dat is het natuurlijk niet, maar toen ik meer over PMM las dacht ik: dit past heel goed bij ons. Want wat wij intern al doen, wordt bij PMM – extern – herkend en ondersteund.”

6. Welke PMM-instrumenten hebben jullie het meest geholpen?

Tjeerd: “Ik heb meegedaan aan de wisselstage. Ook heb ik meegedacht over de Memorie van Wetten en Waarden. Veel daarvan deden wij in Almere al. Daarom zit de échte meerwaarde voor mij in het netwerk van gelijkgestemden – het maatwerkregister. Bijeenkomsten en lange discussies zijn niet zo aan mij besteed, ik ben meer van gewoon pragmatisch werken.”  

Sandra: “Ik sluit mij aan bij Tjeerd. Met name het netwerk zorgt dat je sneller kunt schakelen en weet dat iemand aan de andere kant van de lijn begrijpt waarom je belt.”  

7. Werken jullie samen met andere professionals binnen PMM?

Tjeerd: “Zeker, we weten mensen bij allerlei organisaties goed te vinden. Zo hadden we te maken met een Peruaanse jongen die terug moest naar Peru voor een nieuw paspoort. Maar zonder geldig paspoort kon hij niet reizen – en dat had hij niet. Een onoplosbare puzzel. Met één telefoontje naar het IND werd zijn paspoortaanvraag nog diezelfde middag geregeld. Dat verschil kun je maken als je elkaar als professionals kent én vertrouwt. Al voelt het soms oneerlijk dat iets voor de één wel lukt en voor de ander niet.”  

Sandra: “En het is ook niet zo dat je via het netwerk van PMM álles geregeld krijgt. Dat denken collega’s bij andere gemeenten of organisaties soms, maar dat is niet zo. Dan kom ik weer uit bij wat Tjeerd eerder al zei: soms is het antwoord richting burgers gewoon ‘nee’.”  

8. Welke resultaten of inzichten uit PMM hebben jullie verrast of geïnspireerd?

Sandra: “Het inspireert mij vooral dat de Rijksoverheid urgentie aan maatwerk geeft: dat er aandacht voor is, en dat het erkend wordt als belangrijk.”  

Tjeerd: “Dat heb ik ook. Heel mooi dat meerdere ministeries zich aan PMM hebben verbonden en daarmee erkennen dat niet alles wat we als overheid doen perfect is, maar daar wel aan willen werken.” 

9. Wat hebben jullie nodig om nog sneller en beter maatwerk te bieden?

Sandra: “Ik zou willen dat we als samenleving en politiek weer wat normaler met elkaar omgaan. Dat we een gesprek kunnen voeren zonder dat alles direct als aanval voelt. Het zou veel schelen als politici – denk aan de Tweede Kamer – daarin het goede voorbeeld geven.”  

Tjeerd: “Ik gun ons een pragmatische, lerende overheid. Wij signaleren problemen en krijgen gehoor, maar daarna gaat het vaak mis in de ambtenarij. Daar schuurt en poetst iedereen op zijn eigen stukje, tot het hele verhaal weer vastloopt. Ik zou willen dat we die reflex kwijtraken en gewoon nuchter blijven nadenken: wat werkt? Wat helpt? Zonder dat we het moeilijker maken dan het is. Situaties die vaker voorkomen, leggen we daarom terug bij beleid. Want één keer is toeval, twee keer is een patroon en bij drie keer is iets structureel, en is een beleidsaanpassing nodig.”  

10. Welke vraag zouden jullie willen voorleggen aan de volgende maatwerkprofessional?

Tjeerd: "Ik moet direct aan Laurens Hage van MFO (Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties) denken. We hebben een fijne samenwerking met hem gehad en ik ben benieuwd naar hun perspectief op maatwerk en hun specifieke werkzaamheden."  

Sandra: "Ik kan mij volledig vinden in Tjeerds suggestie."