Meestal werkt het systeem goed. Maar in sommige, complexe situaties loopt het vast en raken mensen tussen wal en schip. Zoals de Franse* man die na een val al maanden in een Nederlands ziekenhuis verblijft. Zijn Franse zorgverzekering betaalt voorlopig de kosten, maar hoe lang nog is onzeker. Hij wil niet terug naar Frankrijk, maar komt in Nederland niet in aanmerking voor de zorg die hij nodig heeft. Bovendien heeft hij geen middelen om zich hier te vestigen, en ontbreekt een passende vervolgplek. Wat nu? 

Hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats, geen binding met Nederland en geen Nederlandse zorgverzekering. Tegelijkertijd voelt hij zich ook niet verbonden met Frankrijk en zegt hij uit angst voor de overheid niet te willen terugkeren. Dit hangt mede samen met zijn psychiatrisch ziektebeeld.

Als regelingen botsen

Er is het CIZ gevraagd een indicatie af te geven voor langdurige zorg maar deze is afgewezen omdat meneer hier geen recht op heeft. Meneer valt overal buiten: zijn Franse zorgverzekering betaalt voorlopig maar hij komt niet in aanmerking voor Nederlandse regelingen die hier een vervolg op zouden kunnen zijn. En de buitenlandregeling, bedoeld voor tijdelijk verzekerden uit andere EU-landen, biedt geen uitkomst, omdat hij geen woonadres heeft in het buitenland.

Intussen loopt het ziekenhuis tegen zijn grenzen aan. De opname duurt lang en er is nog altijd geen passende vervolgplek gevonden. Contact met Franse instanties, waaronder de verzekering en zorginstellingen, verloopt moeizaam en levert niets op. Daardoor blijft het onduidelijk welke mogelijkheden er in Frankrijk  zijn. Bovendien weigert de betrokken man mee te werken aan terugkeer naar zijn land van herkomst vanwege psychotisch ingegeven motieven. Uiteindelijk vragen het ministerie van VWS en het CIZ het Landelijk Maatwerkloket van PMM om hulp. 

PMM verkent knelpunten en brengt betrokkenen samen

Het belangrijkste knelpunt is dat de man buiten alle regelingen valt en niet terug wil naar Frankrijk. De centrale vraag waarmee het Maatwerkloket aan de slag gaat is: wat is er nodig om zorg in Nederland te regelen, of moet toch worden gekoerst op terugkeer naar het land van herkomst? En in dat laatste geval: wat staat een gedwongen terugkeer in de weg? Het Loket brengt alle benodigde partijen digitaal bijeen om de verschillende scenario’s te verkennen: terugkeer naar Frankrijk, of zorg in Nederland en financiering hiervan. Extra complex is dat de man geen inwoner is van Nederland en daardoor geen toegang heeft tot de meeste voorzieningen, maar als Europeaan wel zonder verblijfsvergunning hier mag verblijven. Formeel zou de zorg die hij nodig heeft in Frankrijk moeten worden geleverd, maar daar wil hij niet naartoe. Bovendien gaat het om intensieve, langdurige zorg, waarbij zowel lichamelijke als psychische ondersteuning nodig is. Juridisch speelt mee dat recente rechterlijke uitspraken gedwongen terugkeer bemoeilijken.

Stap voor stap naar een oplossing

Om tot een oplossing te komen, overlegt PMM meerdere keren met een brede groep betrokkenen – waaronder VWS, CIZ, het ziekenhuis , de gespecialiseerde GGZ-instelling,  IND, DT&V, het CAK, de SVB en de zorgverzekeraar – om de verschillende scenario’s en bijbehorende struikelblokken te verkennen. De man geeft zelf aan graag naar Zwitserland te willen, maar na onderzoek door het ziekenhuis blijkt dat Zwitserland hem niet wil opnemen.   

Uiteindelijk komt er perspectief. Via de Europese zorgpas (EHIC) kan zijn Franse verzekering de zorg in Nederland in elk geval tot 1 januari 2026 blijven vergoeden. Dat maakt een overplaatsing mogelijk naar een zorgorganisatie die ondersteuning biedt aan ouderen en mensen met een verstandelijke beperking en/ of psychiatrische problematiek. Daar krijgt hij een bed en de dagelijkse medische zorg die nodig is. De psychiatrische begeleiding wordt geleverd door een specialistische GGZ-instelling met ervaring in de zorg voor buitenlandse en onverzekerde cliënten.     

De doorbraak

Wat de echte doorbraak blijkt: binnen deze organisatie werkt een gespecialiseerd team dat contact heeft met ambassades en zorginstellingen in verschillende landen. Die connecties zijn cruciaal; de echte oplossing komt er pas als er aan beide zijden van de grens op locatie iemand de kar trekt. Daarmee lukt het de GGZ-instelling om de man over te dragen naar passende zorg in Frankrijk.  

Samen werken aan een zorgvuldige overdracht

In deze casus draagt PMM bij aan een oplossing door vanuit haar netwerk de juiste partijen bij elkaar te brengen en vanuit kennis en ervaring mee te denken. Tegelijk is het ook voor PMM zelf een leerzame ervaring: onder andere de daadwerkelijke overdracht naar Frankrijk levert nieuwe inzichten en contacten op. In dat proces blijken een aantal zaken cruciaal voor een goede afronding van deze casus:   Binnen deze GGZ-instelling werken transferverpleegkundigen die gespecialiseerd zijn in dit soort internationale overdrachten.     

Het ziekenhuis in de regio in Frankrijk waar de man het laatst stond ingeschreven, heeft zorgplicht. Vanuit het ziekenhuis geven psychiaters in de herziening van de zorgmachtiging aan dat verplaatsing nodig is. Dat helpt sterk om de overdracht naar passende zorg in Frankrijk mogelijk te maken. Aan Frankrijk wordt  gevraagd  om ontvangst van de patiënt én een psychiatrische beoordeling. Als wordt besloten niet op te nemen, dan is de vraag vanuit Nederland of er nazorg kan worden geregeld. Ook wordt veel noodzakelijke informatie gedeeld, waaronder een medicatieoverzicht.

Daarna volgt de praktische uitvoering, die veel afstemming vraagt waarbij wederom de gespecialiseerde transferverpleegkundigen een cruciale rol hebben.  Een belangrijk punt is de financiering van het vervoer naar Frankrijk. Omdat zij regelmatig te maken hebben met onverzekerde cliënten uit het buitenland, heeft de organisatie een budget gereserveerd om zowel de inzet van deze verpleegkundigen als ambulanceritten te bekostigen. Daardoor kan een Nederlandse ambulancedienst worden ingeschakeld, waarmee de man naar een ziekenhuis in Frankrijk wordt overgebracht. 

Leren van de praktijk

Elke casus die het Maatwerkloket van PMM behandelt, levert waardevolle lessen op die bijdragen aan beter beleid en een menselijker systeem. Zo blijkt uit deze casus hoe ingewikkeld het wordt wanneer zorg-, verblijfs- en financieringsregels elkaar raken. PMM haalt hieruit drie belangrijke leerpunten en kaart die aan bij de juiste mensen, organisaties en instanties: 

  1. Gedwongen medische repatriëring en de WvGGZ
    De huidige wetgeving (WvGGZ) voorziet niet expliciet in gedwongen medische repatriëring. Dit knelpunt bespreekt de betrokken GGZ-instelling met het VWS team dat betrokken is bij de evaluatie van de WvGGZ. PMM verzorgt de benodigde communicatie. DTenV werkt op dit terrein sinds 2014 samen met Nederlandse psychiatrische instellingen en assisteert bij repatriëringen en overdrachten aan zusterorganisaties elders in de wereld. Deze organisaties dienen door de Nederlandse instellingen zelf benaderd te worden. Sinds 2023 heeft de DTenV hiervoor een formele opdracht maar loopt hierbij, met name daar waar het gaat om weigerachtige patiënten afkomstig uit EU-lidstaten, met enige regelmaat tegen beperkingen aan in de vreemdelingenwet en het EU-verblijfsrecht. 
  2. Structurele financiering
    Binnen de GGZ-instelling is op eigen initiatief een gespecialiseerd team van enkele transferverpleegkundigen aangetrokken voor complexe internationale casussen. Deze Amsterdamse instelling wordt vanwege Schiphol en Amsterdam zeer regelmatig geconfronteerd met cliënten uit het buitenland. De transferverpleegkundigen worden nu uit eigen middelen betaald, omdat er geen apart structureel budget of aparte betaaltitel bestaat voor dit werk. VWS gaat n.a.v. deze casus bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) na of er een aparte betaaltitel kan komen. Hierdoor kan mogelijk worden bespaard op capaciteit en zorgkosten, doordat patiënten eerder naar hun eigen thuisland terug kunnen. Bovendien is dit doorgaans beter voor de patiënt die in de eigen taal geholpen wordt en in een thuisland vaker toegang heeft tot alle benodigde voorzieningen. 
  3. Onduidelijkheid rollen van IND en DT&V
    DT&V kan ondersteunen bij (gedwongen) terugkeer, terwijl de IND pas toetst op rechtmatig verblijf als iemand een beroep doet op algemene middelen. Als er geen beroep wordt gedaan op algemene middelen (zoals in deze casus)  blijft onduidelijk of en wanneer iemand rechtmatig in Nederland verblijft.

Perspectief voor inwoners én professionals


Naast de noodzaak om structureel in beeld te brengen hoe wet- en regelgeving in de praktijk uitpakt, laat deze casus zien hoe belangrijk het is dat partijen elkaar weten te vinden wanneer het systeem tekortschiet. PMM speelt daarin een verbindende rol: door kennis te bundelen, overzicht te brengen en in complexe situaties de regie te nemen. Zo lukt het om oplossingen te vinden voor mensen in de knel, zodat zij weer verder kunnen. En om bij te dragen aan een sterke positie van professionals in het sociaal domein.